Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Tommy Wieringa

Joe Speedboot
2005 Uitg. De Bezige Bij
316 pagina’s                       (samengevat juli 2009)

 

 
Tommy Wieringa (1967, Goor Overijssel)

Het boek speelt in Lomark,
een doorsnee Brabants of Limburgs dorpje aan de rivier. We lezen over de dingen die bij het dorp horen: de wisseling van de seizoenen, de vogels en paarden in de uiterwaarden, Hoantie de haan die zou zijn blijven kraaien toen de Noormannen het dorp plunderden en die nu als talisman overal afgebeeld staat, de gammele gierpont, de verlaten scheepshelling, de onverdraaglijke platitudes van pastoor Nieuwenhuis, de enthousiaste ontvangst van Anton Mussert in de jaren dertig, de komende aanleg van de E981 die het dorp zal inklemmen tussen rivier en geluidswal.

De verteller is Fransje,
jongste zoon van de familie Hermans, plaatselijk bekend van sloperij Hermans & Zn. De oudste zoon Dirk, een geniepige bullebak, werkt in de zaak bij vader. Sam de middelste zoon zit wegens leerproblemen op een kostschool. Fransje is van kindsbeen af in de ban van Miyamoto Musashi, de grote samoerai of Kensei (Zwaardheilige) die in leven nooit één gevecht verloren zou hebben. In Het Boek van de Vijf Ringen - Go Rin No Sho leert Musashi over de tweeledige weg: die van het zwaard en die van de pen en de verschillende strategieën om strijd te leren beheersen. Jezelf keihard en gevoelloos maken bijvoorbeeld. Fransje was daarom het gevecht aangegaan met een zware cyclomaaier. Helaas was hij nog geen volleerde Kensei en de maaier had zijn borstkas verbrijzeld en zijn rug gebroken. Nu kon hij niet meer praten, moest verder leven in een rolstoel, maar geestelijk was hij in orde. Toen hij uit zijn coma ontwaakte werd er om zijn bed druk gediscussieerd over een nieuwe jongen in het dorp:

Joe Speedboot
Een zware Scania vrachtwagen had de gevel geramd van het huis van een klasgenoot van Fransje, Christof Maandag, wiens vader eigenaar was Betlehem Asfalt, de grootste werkgever van Lomark. Uit de puinhoop was een jongen gekropen die zich aan een verbouwereerde Christof had voorgesteld als Joe Speedboot. Joe’s moeder Regina Ratzinger en zijn zusje India hadden het ongeluk ook overleefd, de vader niet. Al spoedig was het hele dorp zich bewust van Joe want er werden nogal wat ontploffingen gehoord. Na een tijdje vloog op school zelfs de deur van de wc er uit en verloor Joe twee vingers. Maar Joe behandelde Fransje met respect. En hetzelfde gold voor klasgenoot Engel Eleveld, een knappe jongen en veelbelovend tekentalent die Fransje altijd ongevraagd hielp bij het urineren. Geleidelijk vormden de vier jongens een soort kwartet die de zaken des levens bespraken – Fransje alleen als toehoorder – zoals het gerucht dat de moeder van een Picolien Jane (PJ of Piedzjee), een blond meisje dat recent met haar ouders uit Zuid Afrika naar Lomark was geïmmigreerd, naakt, als nudist, zou zonnebaden. Hoe zouden ze dat kunnen zien? Simpel eigenlijk, zei Joe. Als we haar naakt willen zien, moeten we zelf een vliegtuig hebben.

De profeet van de beweging
De naam Joe Speedboot had Joe zelf gekozen: Speedboot naar snelheid, beweging, kinetica, Joe naar de klassieker Hey Joe van Jimmy Hendrix. Met deze naam kon hij zijn bestemming aan zoals Saul herboren was als Paulus. Hij was de natuurlijke ingenieur, de homo faber, de man van ‘alles waar benzine in kon’. Hij was pas 15 jaar en ging een vliegtuig bouwen! Wetend dat hij het niet kon maar wèl ging doen. Samen met Engel, goed rekenwerk, veel vernuft en handig ritselen van onderdelen, kreeg hij het voor elkaar en maakte vanaf de bevroren rivier een geslaagde vlucht. Fransje zag het aan met diep respect. Hij had nooit iemand ontmoet bij wie een idee zo vanzelfsprekend leidde tot uitvoering, op wie angst en conventies zo weinig greep hadden. Joe durfde het onmogelijke te denken. Hij bracht het licht, als een hedendaagse heiland.

De feloek en armworstelen
Regina Ratzinger was in Egypte met haar nieuwe liefde, de Nubiër Mahfouz Husseini, getrouwd en had hem meegenomen naar Lomark. Papa Afrika, zoals hij genoemd werd, was een stijlvolle man die mooi kon vertellen over Egypte. Op de verlaten scheepshelling aan de rivier was hij begonnen aan de bouw van een traditioneel Egyptisch schip, een feloek. Joe vertelde wel eens dat Papa Afrika aan een heel korte leiband gehouden werd door Regina. Na de feestelijke tewaterlating was de feloek met Papa Afrika aan boord raadselachtig verdwenen ondanks naspeuringen van de waterpolitie.
In die tijd was Fransje door Joe aangespoord om met zijn gespierde rechterarm, enorm ontwikkeld door het aandrijven van de rolstoel, professioneel te gaan armworstelen. Met Joe als liefdevolle coach

lukte dat wonderwel. Na zijn eerste gewonnen wedstrijd als François le Bras in Luik voelde hij zich herboren – zelfvertrouwen, strijd en zege – alles dankzij Joe.
Fransje was al heel lang verliefd op PJ maar wist dat ze onbereikbaar was. Ze woonde in Amsterdam samen met een schrijver, Arthur Metz, maar nadat die haar had mishandeld was ze terug bij haar ouders in Lomark. Toen Fransje een wedstrijd had in Rostock vroeg Joe of ze meeging. Tijdens die reis ging Joe met haar naar bed, tot machteloze jalousie van Fransje.

Liefde, Boulimie en verraad
Wanneer Joe over PJ sprak kreeg hij een zachte uitdrukking op zijn gezicht. “Elke dag word ik wakker met het gevoel dat er iets op me wacht, iets goeds en belangrijks. En wanneer ik ga slapen is dat gevoel er nog steeds. Het is een soort perpetuum mobile, een stroom energie die geen brandstof vraagt. Behalve een telefoontje soms, of een kus’.
Door een toeval hoorde Fransje op de radio dat er een nieuw boek van Arthur Metz was uitgekomen getiteld ‘Om een vrouw’. Het bleek een sleutelroman te zijn waarin PJ werd beschreven als een boulimia nervosa patiënt, een vrouw zonder geweten of zelfrespect, die door overspel telkens haar aantrekkingskracht moest herbevestigen. Fransje herkende het allemaal want hij had gezien hoe listig ze in Rostock Joe’s paspoort te pakken had gekregen om zijn ‘echte’ naam te weten te komen.

Engel Eleveld was inmiddels door een bizar ongeluk in Parijs om het leven gekomen. Joe was onrustiger dan ooit en besloot met een door hemzelf aangepaste shovel mee te gaan rijden in de Dakar-Parijs rally. Als hij vertrokken is komt PJ langs bij Fransje en ja, hij krijgt haar in bed, daarmee liefde en vriendschap verradend.

Uiteindelijk komt Joe terug. Hij laat zich er niet over uit of hij in Egypte Papa Afrika heeft ontmoet. PJ gaat trouwen met Christof  Maandag: de burgerij kiest immers altijd voor zekerheid en geld? Joe haalt nog een keer uit door over de bruiloftpartij te vliegen met een groot sleepnet met de aan Arthur Metz ontleende tekst: DE HOER VAN DE EEUW.

Daarna herneemt het leven zijn loop; als Christof op zakenreis is komt PJ nog wel eens langs bij Fransje en dan neuken ze als bezetenen.

Kortom
Een boek als een achtbaan. Er gebeurt zoveel dat je echt even tijd en afstand nodig hebt om te begrijpen waar het echt over gaat, hoewel Wieringa in kleine tussenzinnetjes allerlei sleuteltje aanreikt. Waarom bijvoorbeeld gekozen voor een gehandicapte jongen als verteller? Wel Fransje kan niet praten en nauwelijks bewegen maar hij ziet veel en hij houdt nauwgezet een kroniek bij van alles wat er gebeurd in Lomark. Hij noemt het horizontale geschiedenis. Joe zegt schertsend: alles zien maar niets zeggen is als God. Fransje doet in die positie denken aan kleine Oscar uit de Blechtrommel van Günther Grass
Joe (Jezus?) is de 20st eeuwse heiland: geen timmermansgezel of herder, maar een briljante high tech ontwikkelaar, die precies weet waar het in deze tijd om draait. Een man vol belofte en goedheid, maar uiteindelijk zonder verlossing en vooruitgang, alleen beweging. Inderdaad, denk je dan, zo zou een hedendaagse Jezus kunnen zijn.

Rijk boek, prachtig geschreven.

 

 

 Nadat Musahsi (1584-1645) had  gezegevierd in ruim 60 man-tot-man gevechten, schreef hij zijn boek over taktiek, strategie en filosofie. In Japan onveranderd hoog gewaardeerd als gids voor zakelijke beslissingen.