Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Tom Lanoye
Heldere hemel
novelle
Boekenweekgeschenk 2012   92 pagina’s   maart 2012

 

 
 Tom Lanoye

Op 4 juni 1989 stijgt de Russische gevechtsvlieger Andrej Volkonski op van de vliegbasis Kolberg in Polen voor een testvlucht met zijn nieuwe Mig-23. Hij krijgt vrijwel direct  motorpech en activeert de schietstoel. Tot zijn verbijstering slaat de motor daarna vanzelf weer aan en verdwijnt de Mig naar het westen. Dàar zien ze het stipje op de radar naderen, steeds dichter naar de grens. Boven Duitsland onderscheppen twee Amerikaanse F-15’s het toestel. De cockpitkap is weg en er is geen piloot te bekennen. Wat nu? Is de Mig bewapend? Beladen met chemische of nucleaire wapens? Moet het neer geschoten worden met groot risico voor Brussel en Gent? Dan, nog onverwacht, begint het toestel hoogte te verliezen. Net buiten Kortrijk boort het zich in een fermette waarbij de zoon van de familie het leven verliest.


Rond dit bizarre historische incident heeft Tom Lanoye het boekenweekgeschenk Heldere hemel geschreven. Levendig speculeert hij hoe de besluitvorming in Shape, het zenuwcentrum van de Nato, kan zijn verlopen. Eerst de schrik dan het gissen. Wat is die kist van plan? Is dit de lang gevreesde Soviet aanval? Niet een enkele vliegtuig? Een provocatie om een Nato reactie uit te lokken en de USSR een excuus te geven om terug te slaan in Polen? Een kamikaze vlucht van een doorgedraaide piloot?
De martiale Amerikaanse  opperbevelhebber wil meteen raketten afvuren. Twee jonge, ambitieuze, politieke  adviseurs – een Republikein en een Democraat – eisen een krachtig reactie. Alleen een veteraan, wijs geworden in Vietnam, maant tot voorzichtigheid. 
Lanoye contrasteert dit tafereel met de gebeurtenissen bij Kortrijk, in de gedoemde fermette in Kooigem. De bewoners zijn Walter van Dyck, landmeter met een eigen bedrijf, zijn vrouw (Vera) en hun thuiswonende zoon Peter, een onduidelijke gitarist, lanterfanter met een sikje en slonzige kleding. Walter heeft die nacht gebeld en met dronkemansmoed gestameld dat hij Vera ging verlaten voor zijn nieuwe liefde, een meisje Carla. Vera laat ’s morgens meteen alle sloten vervangen. Terwijl de werklieden bezig zijn piekert ze hoe het zover heeft kunnen komen. Walter en zij zijn typisch van de jaren zestig. Samen feestend door heel Europa, vrije sex, pot. Dan getrouwd, nu al twintig jaar geleden. Eigen huis gebouwd, zonder geld en met blote handen. Op zijn aandringen ‘lekker buiten’, met een tuin die te groot was om ooit van kunnen genieten, terwijl zij liever in de stad wilde wonen. En dan zou zij nu worden ingeruild voor een jong schaap?
Onverwacht staat die Carla voor de deur. Volle boezem, lange benen, twintigjarig zelfvertrouwen. De confrontatie loopt uit de klauwen. Het aanvankelijke dedain van Vera verandert in huilerig zelfmedelijden en daarna felle vechtlust. De zoetsappigheid van Carla – ik begrijp je verdriet bla, bla – slaat om in botte dreigementen: de fermette moet naar Walter en haar vader de advocaat zal dat juridisch wel regelen. De scene eindigt met slaande deuren.

Als zoon Peter thuis komt staat hij voor een gesloten deur. Wederzijdse verrassing! Vera herkent hem nauwelijks, hij lijkt op de Walter van vroeger: fris gewassen, goed gecoiffeerd, kekke kleding. Dit alles dankzij een leuk meisje waarmee hij een bandje gaat beginnen. Huilend vertelt Vera over de breuk met Walter. Peter reageert schaterlachend: hij kent die Carla als eersteklas teef. Arme Papa! Vera wil de deur uit, zaken regelen bij de bank en bij de advocaat. Ze  bedenkt ook dat ze niet weg wil uit de fermette, het is tenslotte haar huis! Ze insisteert dat Peter op haar blijft wachten. Inmiddels mag niemand naar binnen, je vader niet, geen deurwaarder zelfs geen politie. Peter zwicht.
Enkele minuten later op het landweggetje ziet Vera in een flits een donker gevaarte uit de hemel opdoemen, zonder kabaal bijna sierlijk, monumentaal, niet te stoppen. Ze hoeft niet te kijken waar het heen gaat. Ze weet het al. Alles wat ze lief heeft wordt met één klap vernietigd.

Prima vondst om dit incident te gebruiken, het geeft de novelle een solide body. Het verhaal is vaardig gestructureerd en met veel inlevingsvermogen geschreven. Sommige beelden (Amerikanen, studenten uit de jaren zestig, anale sex) wellicht pietsie clichématig, en minder markant dan in Lanoye’s jeugdherinneringen. Maar ja, die kwamen dan ook recht uit de onderbuik.