Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

 

Cees Dekker, Ronald Meester en René van Woudenberg

Een schitterend ongeluk of toch sporen van een ontwerp?
Uitgeverij Ten Have 2005   (samengevat  januari 2007)

 

 
 
 Prof. Cees Dekker (1959) biofysicus, verbonden aan TU Delft


Dit Nederlands boek over Intelligent Design (ID) beoogt 'het blinde proces van Darwins evolutieleer’ ter discussie te stellen en er een alternatief te bieden. Dit alternatief, Intelligent Design, stelt dat het wonder van de natuur wetenschappelijk ondenkbaar is zonder een bewust scheppingsmoment. De levende natuur zou daarvoor te complex zijn. Om deze stelling te toetsen, eerst even terug naar de kernpunten van het Darwinisme. 

Darwinisme op hoofdpunten

In  ‘On the Origin of species’ (1859) en The descent of Man (1871) stelde Charles Darwin dat het leven gekenmerkt wordt door evolutie, een proces dat 4 miljard jaren geleden begon, en dat inhoudt dat genetische informatie met kleine, toevallige variaties wordt doorgegeven aan het nageslacht. De variaties die het best zijn aangepast aan de omgeving of een seksueel voordeel hebben, vermenigvuldigen zich het meest voorspoedig: natuurlijke selectie (survival of the fittest).
De bewijzen voor evolutie zijn talrijk:
- Paleontologisch; nauw gerelateerde species per aardlaag of stratum,
  discontinuïteit van soorten tussen strata;
- Biogeografisch; clusters van nauw verwante  soorten in
  specifieke gebieden: bijv. soorten zebra’s in Afrika, kolibries in
  Hawaï, buideldieren in Australië;
- Embryologisch; embryo’s en larven vertonen structuren van
  voorouders, het zijn echo’s van voorgaande fasen van evolutionaire
  ontwikkeling; embryo’s lijken meestal meer op elkaar dan de
  volwassen soorten;
- Morfologisch; soorten zijn vaak homoloog d.w.z. ze delen dezelfde
  ontwerp karakteristieken ondanks uiterlijke verschillen; de
  ruggengraat bij alle gewervelde dieren, de 5-delige skeletstructuur
  (hand, voet), constructie van scheenbeen/kuitbeen. Tegenwoordig
  gaat de homologie veel verder: alle organismen bevatten DNA.

In de loop der tijd is het Darwisme op fundamentele punten verbreed:
- onderbouwing evolutie door erfelijkheidswetten van Mendel en
  ontdekking DNA als drager van erfelijke eigenschappen; 
- onderkenning dat samenwerking naast concurrentie van wezenlijk
  belang is: RNA/DNA, eukaryrotische cellen, meercelligheid, seksuele
  voortplanting, sociale groepen etc.;
- culturele evolutie: sedert de mens taalinformatie kan verwerken, is
   er sprake van een struggle for life van ideeën; ook daar overleven
   alleen de beste. 

Tijdens de 4 miljard jaar evolutie is de complexiteit stap enorm toegenomen door samenwerkende en concurrerende eiwitten, cellen en meercellige organismen. De evolutie van het leven is een proces voortgaat zonder vooropzet: 'blind' dus. 

Weerstand tegen het Darwinisme
Niet iedereen accepteert dit neodarwinisme als verklaring van ‘alles’. Men kan/wil zich niet afhankelijk voelen van wat de bekende evolutionaire bioloog Richard Dawkins de blinde horlogemaker heeft genoemd, van doelloosheid, van toeval, van een universum c.q. de mens als schitterend ongeluk (Stephen Jay Gould).

Wiliam Paley (1802) zag in de vleugel van een vogel onmiskenbaar een goddelijk ontwerp: een half vleugeltje is nutteloos, het moet van meet af aan compleet zijn en dat lijkt niet te stroken met een traag, evolutionair proces. Verder werden lange tijd geen fossielen gevonden van overgangsvormen tussen soorten, perioden van stilstand (stasis) komen veel voor bij fossielen. Dus zou de evolutie, stelde men, maar een beperkte rol hebben gespeeld nà creatie van de soorten en werd Darwins evolutie ingepast in het Creationisme. Toen de problemen met vleugels en stasis echter door nieuwe ontdekkingen achterhaald werden, volgde het oog als voorbeeld van iets onontwikkelbaars. (Inmiddels blijkt ook dat niet te kloppen.)

Darwin on trial
In 1992 publiceerde Philip Johnson ‘Darwin on trial’ waarin zijn onvrede met de materialistische benadering van de evolutie een nieuwe, ‘wetenschappelijke’ draai kreeg: intelligent design. (ID)
Johnsons benadering was die van een advocaat: focus op (nog) bestaande gaten in de evolutie theorie, het ontbreken van door Darwinisten voorspelde fossielen en summa summarum het vraagstuk van complexe functies waarvan het ontstaan door toeval niet voorstelbaar is. Zijn conclusie: alleen een transcendente (goddelijk) kracht kon de evolutie op gang hebben gebracht.
Latere onderzoekers, waar onder Cees Dekker, verwierpen dit idee van de god-van-de-gaten c.q. een ad hoc scheppende god als onwetenschappelijk.
In Dekkers boek wordt ID omschreven als de propositie dat er een ontwerp ten grondslag moet liggen aan sommige complexe structuren en dat dit wetenschappelijk aantoonbaar zou zijn. Dekker baseert zich daarbij op de ideeën van mathematicus Demski en van Michael Behe: 

  • - William Demski herleidde biologische processen tot rekenmodellen en introduceerde in het boek ‘No free lunch’ het begrip complex specified information (CSI). Dat houdt in dat bepaalde biologische hardware en (embedded) software zodanig ingewikkeld zijn dat  de kans dat ze door toeval tot stand gekomen zijn verwaarloosbaar klein is.

  • - Michael Behe (1996) in het boek ‘Darwin’s Black Box’ stelde dat sommige onderdelen van levende organismen een irreducible complexity  hebben en daarom wel ontworpen moeten zijn. Als voorbeelden noemde hij o.m. het bloedstollingsysteem, het immuunsysteem en de zweepstaartaandrijving (flagella) van bacteriën. Deze systemen functioneren alleen als geheel. Ze zouden dus met al hun samenstellende delen in één keer moeten zijn geëvolueerd en niet accumulatief Darwiniaans. (Inmiddels is van alle voorbeelden aangetoond dat ze verklaarbaar zijn uit de evolutie, waarschijnlijk inclusief de nog door Dekker genoemde flagella.)

Is ID te bewijzen?
Hoe stel je vast of iets ontworpen is en dus niet via toeval tot stand kan zijn gekomen? Kansberekening speelt een prominente rol bij ID. Als iets moet ontstaan via een kans/selectiemethode dan gelden als parameters het aantal mogelijkheden en de beschikbare tijd. Volgens Dekker kunnen langs deze weg nieuwe functionele eiwitten op statistische gronden niet of nauwelijks ontstaan. Fysicus en Nobelprijswinnaar Martinus Veltman onderschrijft dit in de bundel ‘De oorsprong’[1]. Citaat: ‘Het bestaan van een mens met hersens, met een computer in zijn hoofd, vind ik uit het oogpunt van blinde evolutie moeilijk te accepteren. Dat is zoiets als de vraag: wat is de kans dat, als je een hoop oud roest opeenstapelt, er dan een computer uitkomt? Die kans is gigantisch klein. Wat naar mijn idee in de evolutie theorie niet klopt is de benodigde waarschijnlijkheid’. Eind citaat.
‘Echter de reductie van het evolutionaire proces tot een spel van knikkers en dobbelstenen is niet logisch’. (prof. Edi Gittenberger, bioloog UL). Als er van scratch een flagella, eiwit of softwareprogramma gemaakt zou moet worden is de kans op succes met een Darwinistisch toeval model onmeetbaar klein. Maar de natuur c.q. de software ontwikkelaar werken iteratief. Simpele modellen ontwikkelen zich verder, breiden zich uit, veranderen van functie. (Microsofts XP borduurt verder op MS-DOS) De irreducible flagella blijkt alweer een beetje herleidbaar te zijn. Vraag is ook of aanpak van Dembski, Dekker en Veltman met de klassieke statistiek eigenlijk klopt. Alles is afhankelijk van de randvoorwaarden, het paradigma, waarmee het spel gespeeeld wordt.
In de zaak van de tweevoudige wiegendood door de Engelse Sally Clark werd de kans dat ze het niet gedaan zou hebben op berekend op 1 op 73 miljoen volgens de klassieke, random statistiek. Maar bij het Hoger Beroep in deze zaak werd met meerdere relevante factoren rekening gehouden en werd berekend dat er een kans van 2 op 3 dat ze niet gedaan had. Sterker nog: er bleken in Engeland 50 gezinnen te bestaan die ook getroffen waren door twee gevallen van wiegendood.[2]
Zo kan er een vraagteken gezet worden bij de hardste, zogenaamd toetsbare claim van ID.
Verder heeft ID in z’n ruim tienjarig bestaan nog geen enkele positieve bijdrage geleverd, het blijft bij het stellen van vraagtekens. Dekker noemt dat de luis in de pels functie voor darwinistische zekerheden. Dat zou nuttig zijn als het wetenschappelijk (falsifieerbaar) gebeurt. Vooralsnog lijkt het echter erg veel op een Christelijke onwil om God als actieve factor los te laten. Als fysicus gaat Veltman radicaler te werk; die vraagt zich af wat de oorsprong is van de natuurwetten.

Kijk dat is een leuke vraag.


[1] ‘Speculaties en fantasieën over de oorsprong van de materie’ door Prof. Dr. Martinus J.G.Veltman in de bundel De oorsprong, Uitgeverij Boom, 2004

[2] In de vergelijkbare zaak van de ‘seriemoordenares’ Lucia de B. draaide het ook om statistiek. De rechtbank veroordeelde haar op grond van een berekening van statisticus Elffers dat een gewone zuster slechts een kans van 1 op 325 miljoen had om bij zoveel stervende patiënten aanwezig te zijn geweest. Kritiek op de aanpak van Elffers van o.m. Ronald Meester, mede auteur van het hier besproken boek, maakte geen indruk. Thans echter (2007) stelt de statisticus Richard Gill dat de kans van Lucia aanwezig te zijn bij zoveel patiënten eerder ligt bij 1:48 of zelfs 1:5.(!) Statistische uitkomsten duidelijk afhankelijk van het gekozen paradigma. Eens temeer geldt: lies, damned lies and statistics.

Dekker heeft blijkens zijn laatste boek 'Geleerd en gelovig' (2010) afstand genomen van I.D; zie boekbespreking in Trouw.

 

 Voor de huidige positie van de Rooms-Katholieke kerk zie bijgaand artikel uit Trouw van Okt. 2014

 

 

 

 

 

 

 

   

 Charles Darwin 1809- 1882

 

 

 

 

 Phillip Johnson (1940) jurist, publiceerde in 1991 Darwin on Trial. Vader van ID en oprichter Discovery Institute. 

 

 William Dembski (1960) MIT, verbonden aan Discovery Institute & Southern Evangilical Seminary 

Michael Behe (1952), biochemicus,
Darwins Black Box is van 1996
 

 

 

 

 


De flagella bacteriën wordt vaak dient vaak als 
voorbeeld  van
onvereenvoudigbare complexiteit. Maar in feite zijn er geen fundamentele obstakels voor gradueele evolutie van de zweepstaart.