Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

 

Peter Westbroek
De ontdekking van de aarde
Het grote verhaal van een kleine planeet
© 2012 Peter Westbroek/ Uitgeverij Balans, Amsterdam
336 pagina’s                           dec. 2014

 

 

 

 

 

 Peter Westbroek (1937), emeritus  geoloog. Universiteit Leiden en College de France in Parijs. Zijn eerste lievelingsfossiel: het schelpje Uncinulus dat 400 miljoen jaar geleden leefde.(afgebeeld) Boeiend en onmisbaar als studieobject maar op den duur ging Westbroek steeds meer het Grote Verhaal van de aarde bestuderen

 

Uncinulus

 

 
 James Lovelock
1919 Engelse chemicus, milieuwtenschapper en auteur; ontwikelde vanuit zijn werk voor Nasa de Gaia theorie van de aarde als zelfregulerende entiteit (homeostase)



 

Een nieuwe visie op de wereld: Earth System Science
Peter Westbroek is geoloog en schetst de contouren van een integraal, evolutionair model van de aarde. Niet alleen de evolutie voor de levende have zoals we die sinds Darwin kennen, maar ook de evolutie van  lucht, water en gesteente op een tijdschaal van 4,56 miljard jaar, vanaf het ontstaan van de aarde.
In navolging van James Lovelock en Lynn Margulis beschouwt hij de aarde als een levend superorganisme, totaal anders dan andere planeten,  zich continue ontwikkelend door complexe, zelfregelende symbiotische processen en beschikkend over een geheugen. De icoon van dit revolutionair nieuwe wereldbeeld, bekend  als de Gaia theorie, is de Apollo-8 foto uit 1968 van de majestueuze Earthrise.
Zoals Copernicus, Kepler en Galilei een schokkend nieuw, heliocentrisch wereldbeeld creëerden, zo  kan nu, stelt Westbroek,  onze relatie met de aarde fundamenteel veranderen. Een nieuwe oriëntatie (paradigma), nog mistig en onbewezen maar wel  geweldig. De wetenschap die zich daarmee bezighoudt noemt hij Earth System Science.   
Een aantal bouwstenen uit zijn bevlogen betoog:

Kalk
Men neme  een oester. Ruige schelp vol aangroeisels en ongerief maar binnenin leeft een diertje in een bedje van smetteloos glanzend parelmoer. Geen spoor van ketelsteen terwijl  zeewater toch verzadigd is van kalk.  Hoe speelt de oester dat klaar?
Oesters en alle andere nautische organismen scheiden een soort slijm af dat kalkneerslag voorkomt. Continue  en overal. Dat is niet altijd zo geweest. Miljarden jaren geleden werd kalk in korsten afgezet, rechtstreeks, zonder tussenkomst van levende organismen. Westbroek herinnert zich dat hij als geologie student een stukje van de Spaanse Picos de Europa moest bestuderen. De wetenschap had toen nog geen idee over oorsprong en datering van deze reusachtige kalkklont, noch van bijvoorbeeld de Dolomieten.
Nu, vijftig jaar later, zegt hij, is veel duidelijk geworden over kalk of beter gezegd over de kalkcyclus.
Het leven blijkt evolutionair ingespeeld te hebben op de verkalking van oceanen, kalk dat instroomde door erosie van bergen. Na de initiële fase van korstvorming, begonnen primitieve cyanobacteriën kalk te binden en extern te ‘dumpen’ in de vorm van kolommen. Daarmee zakte de concentratie ‘vrije’ kalk in het zeewater.  Spaarzame resten  van zulke levende fossielen (stromatolieten)  vegeteren nog steeds  in enkele zoute kustvlakten van Australië.
Vervolgens evolueerden meercellige organismen die kalk benutten voor hun skelet, aldus het percentage ‘vrije’ klak in het kustwateren verder regulerend. Het zijn kleine, meestal vastzittende organismen – algen, koralen -  die door hun massa en in miljoenen jaren grootse formaties kunnen ‘bouwen’, the Great Barrier reef of de Engelse krijtrotsen, bijvoorbeeld.
Veel nieuwer zijn de ‘drijvers’: nauwelijks zichtbare organismen (fytoplankton) die aan de oppervlakte van zeewateren zweven en zonlicht gebruiken om fijne schildjes  van kalk maken.  Ze kunnen zich snel vermenigvuldigen tot het enorme scholen die zelfs zichtbaar zijn uit satellieten.
In een voortdurend proces wordt de kalkconcentratie zo onder controle gehouden.


En wat  gebeurd er met de kalksedimentatie, de schelpen, skeletjes etc.?
Die zakken naar de bodem, laag op laag. Vervolgens zorgt de plaattektoniek van de continenten voor een gestage recycling.  Sedimentair gesteente wordt in de radioactieve oven van de aardkern weer vloeibaar als vulkanische magma.
Daarmee is de kalkcyclus rond.  Het is geen gesloten kringloop zoals men vroeger dacht, maar het resultaat van miljarden jaren evolutie: accumulatief, steeds gedifferentieerder. (aardse palrad, ratchet metafoor)

Symbiose en emergentie
Sinds Darwin zijn we gewend om te denken aan survival of the fittest en the struggle for life. Omstreeks 1970 toonde  de beroemde entomoloog Edward O. Wilson echter aan dat samenwerking, symbiose, minstens zo belangrijk is. Hij pionierde daarmee de ecologische bewustwording. Tezelfdertijd ontvouwde de Amerikaanse biologe Lynn Margulis de symbiogenetische theorie (SET) ter verklaring van complexe eukaryotische cellen uit meerdere samensmeltingen  van eenvoudiger organismen.
De kalkcyclus gaat een fundamentele stap verder: hier zijn water, gesteenten, zonne- en geothermische energie en biologisch leven in één doorlopend proces verenigd. Ze beïnvloeden elkaar continue  en realiseren tezamen een dynamisch ‘iets’ dat meer is dan de som der delen. De werkelijkheid organiseert zich. Westbroek vergelijkt het met losse muzieknoten  waaruit met veel oefening  op mysterieuze wijze een harmonie kan ontstaan. Dat fenomeen – emergentie – speelt  overal op de aarde.
Symbiose is het leidend principe in het hele evolutieproces.
Dat geldt voor planten en dieren, voor de toename van het aantal mineralen op aarde, voor de kalkhuishouding en voor de zuurstof cyclus.
Het is een immanent proces, gevoed door zonne-energie en de radioactieve oven van de aardkern, naar toenemende differentiatie.
Eén kant uit en zonder externe (God of ID) sturing.

Distantie en betrokkenheid.
Het Cartesiaans denken plus proefondervindelijk onderzoek hebben met koele distantie de natuurwetenschappen de laatste 400 jaar enorm vooruit gebracht. De wereld is door technologische toepassingen grondig veranderd. In dit domein is de zeer menselijke betrokkenheid en  subjectiviteit bij omgeving, politiek, bijgeloof  etc. afgezwakt.
De zin van distantie als levensoriëntatie is onvergetelijk verwoord in Edgar Allen Poe’s verhaal ‘Een afdaling in de maalstroom’  uit 1841.
Westbroek is een vurig pleitbezorger van weten en werkelijkheid als richtsnoer  voor het leven omdat daarmee verkeerde denkbeelden gecorrigeerd kunnen worden en ogen geopend worden voor de echte wonderen van Gaia.
Maar dat stuit op forse weerstanden:
- religie, ideologieën, taboes, kortzichtigheid, wantrouwen; science is moeilijk en eng: gentechnologie, stamcellen, Tsjernobyl, Fukushima, agent Orange;   
- menswetenschappen zijn contingent, weinig is zeker, zijn er wetmatigheden? Halfbakken ideeën als ras, eugenetica en nature /nurture: misbruikt door Hitler, Stalin.

Op termijn zullen menswetenschappen meer testbaar en objectief worden, analoog met bèta vakken. De spagaat tussen distantie en betrokkenheid - de uitdrukking is van socioloog Norbert Elias – kleiner worden.
Earth System Science kan daarbij stimulerend werken gegeven haar uitgangspunt dat symbiose èn analyse centraal staat voor alle levensprocessen.
Maar er is nog een lange weg te gaan. 

 
...een oester, een wonder...

 

majestueuze Picos de Europa

 

 

 
 Fytoplankton: de microscopische kleine Emiliana, in detail en, klik, als 3 mijl brede wolk voor de kust van zuidwest Engeland.

 

 

 Palrad schema: de evolutie c.q. differentiatie van de aarde  is geen kringloop maar gaat één kant uit

 

 


 Lynn Margulis
1938-2011
Uni. of Wisconsin.
Befaamde biologe en genetica.
Gehuwd mer astronom Carl Sagan, later met chemicus Thomas Margulis.

Sym biogenetische vorming eukaryotische cel