Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Steven Levitt & Stephen Dubner
Freakonomics
2005/2006 Penguin
320 pagina’s             juli 07

 

 

  

  

 Steven Levitt (1967) econoom University of Chicago, speurneus naar verborgen aspect van 'alles'.

 Stephen Dubner (1963) schrijver voor New Yorker Mgz  en New York Times.

 

  

 

 KKK logo

 

 

  

  Filmposter

 

 

 

 A Clockwork Orange, Stanley Kubrick (1971) naar dystopische roman van Anthoy Burgess uit 1962

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Een oud gezegde luidt: there are lies, big lies and statistics. Met statistiek kan schijnbaar alles bewezen worden. Daar staat tegenover dat vanaf de appel van Newton zo ongeveer de hele westerse wetenschap gebaseerd op meten is weten. In het dagelijkse leven gaat het echter vaak niet om harde feiten maar om meningen of, in de woorden van John Kenneth Galbraith, om ‘conventional wisdom’: makkelijke en geruststellende denkbeelden en ‘verklaringen’ die passen bij wat we al weten en onze vooroordelen.
Freakonomics wil dat doorbreken en kritisch kijken naar een aantal gewone dingen van alle dag. Onderliggend idee is dat het menselijk handelen wordt bepaald door eigenbelang, door beloningen en straffen (prikkels, aanmoedigingen, incentives) en niet door nobele bedoelingen. Het boek heeft geen samenvattend thema, het zijn losse observaties; alleen de denktrant is eenduidig.

Een greep uit de onderwerpen: 

Incentives.
Hoe krijg je ouders zo ver om hun kroost op tijd op te halen uit de crèche? In Haifa probeerde men het door en boete op te leggen van $3 per te laat opgehaald kind. Resultaat: het late ophalen nam toe. De boete was te laag (bij $ 30 was het wel anders geweest) èn het schuldgevoel over het laat zijn kon met $3 als het ware afgekocht worden.  

Ook keurige mensen knoeien
De Chicago Public School agency heeft scholen onder beheer met ruim 400.000 leerlingen. Met de wet ‘No child left behind’ uit 2002 werden testen geïntroduceerd om de prestaties van de scholen te meten en te koppelen aan financiële prikkels voor scholen en docenten. Uit statistische analyses bleek dat er in 5% van de gevallen leraren hadden gesjoemeld met de uitslagen, in het bijzonder bij de laagst scorende klassen.
(In Nederland is iets soortgelijks te zien; om de steeds lagere CITO testresultaten te compenseren, blijken de resultaten van eigen schoolonderzoeken steeds hoger uit te vallen.) 

KKK en de kracht van open informatie
De Klu Klux Klan werd vlak na de Amerikaanse burgeroorlog opgericht. De naam komt van het Griekse kuklos = cirkel. Het oogmerk van de KKK was het onder de duim houden van de geëmancipeerde negers door terreur en moord.
In 1872 veroordeelde president Ulysses S. Grant de KKK als een onderdrukkende en onwettige organisatie. Na 10 jaar lukte het om de KKK er onder de duim te krijgen maar de prijs was hoog: er werden vele zogenoemde Jim Crow wetten aangenomen die segregatie legaliseerden en de resultaten van de Burgeroorlog teniet deden. Bovendien leefde de KKK na 1915 weer op door de film ‘The birth of a nation’ van D.W. Griffith die de KKK verheerlijkte en gebaseerd was op de racistische bestseller The Clansman van Thomas Dixon Jr. Omstreeks 1920 telt de KKK 20 miljoen leden en was de ‘doelgroep’ uitgebreid tot Joden, Katholieken, vakbonden, immigranten etc.
Na een dip in WW2 was er opnieuw een opleving van het Invisible Empire met Atlanta (Georgia) als hoofdzetel. Het werd meer en meer een maffiose club, met banden naar politiek, politie en financiële kringen. Lynchen waar de KKK zo berucht om geworden is kwam dan overigens steeds minder voor:  31 gevallen tussen 1940 en 1949 en nog maar 3 gevallen tussen 1960 en1969.
De dreiging bleek afdoend, daadwerkelijk lynchen was nauwelijks meer nodig. Bestrijding van de KKK was lastig. Veel mensen waren fel tegen de KKK maar konden weinig doen door gebrek aan informatie. Dat veranderde toen de heren John B. Stetson en John Brown zich als mollen binnenwurmden bij de KKK. Ze slaagden er in om namen, plannen en taalgebruik (Klonversation, Klavern voor tavern, Klavaliers de geheime politie etc.) openbaar te maken en te ridiculiseren in de populaire radioshows, hèt massamedium van die jaren. Dat bleek te werken: het Empire was ontmaskerd als een lachertje.

Op parallelle wijze, stelt Freakonomics, is door Internet de kennisvoorsprong (bekend als informatie a-symmetrie) doorbroken van verzekeringsmakelaars, aandelen adviseurs, winkeliers, reisagenten etc. Waar wèl informatievoorsprong bestaat, en dat is dus bijna overal, zal het altijd verleidelijk zijn om er een slaatje uit te slaan. Denk aan onnodige medische handelingen, insider trading, witte boorden criminaliteit als Enron, Worldcom, Worldonline etc.

Verband tussen criminaliteit en abortus?
Tussen 1974 en 1989 steeg de ernstige criminaliteit van jeugdige delinquenten in de USA met 80%. Op basis van extrapolatie werd voorspeld deze groep superpredatoren, volstrekt gewetenloze killers zoals in A Clockwork Orange, zeer snel zou groeien. Echter vanaf begin 1990 begon de criminaliteit onverwacht te dalen.
Door (al dan niet zelfbenoemde) experts werden tal van redenen aangevoerd:
-    nieuwe aanpak zoals zerotolerantie & ‘broken window’ in NYC
-    meer en langere gevangenisstraffen
-    veranderingen op de markt van crack
-    vergrijzing bevolking
-    steviger controle op vuurwapens
-    aantrekkende economie
-    meer politie
-    andere methoden: meer doodstraf, gun terugkoop

Uit statistiek bleek dat deze factoren de daling slechts gedeeltelijk konden verklaren. Doelmatig bleken meer en langere gevangenisstraffen, meer politie en een daling van de prijs van crack.
(Bijlage: vergelijking gevangenisstraffen Nederland/USA)
Wat betreft Zero tolerantie en met name de toepassing van de Broken Window theorie zitten de auteurs er met hun scepsis echter naast. Ze stellen dat burgemeester Rudolph Giuliani en Police Commissionar William Bratton  pas in 1994 benoemd werden terwijl de misdaad als in 1990 begon te zakken. Maar dat klopt niet: de metro treinen werden op basis van de Broken Window theorie gereinigd in de periode 1984 – 1990 door de baas van NY Transit Authority David Gunn en zijn toenmalige politiechef Bratton.

Ook werd actief opgetreden tegen dronkenschap, wangedrag etc. in treinen en bussen (zie The Tipping Point van Malcolm Gladwell) Zeker, dit was maar een deel van de verklaring; Bratton legde zelf ook veel nadruk op de 5000 nieuwe, hoger opgeleide politiemensen en computer ondersteunende opsporingsmethoden. 
Maar daarmee wordt wel ondergraven wat de auteurs als de cruciale verklarende factor beschouwen: het mindere aantal jonge mannen door de legalisering van de abortus in 1973 in de USA. (Roe vs. Wade).

Het Supreme Court was tot die beslissing gekomen overwegende dat een moeder die geen kind wil op een gegeven moment, daarvoor vrijwel altijd goede redenen heeft: psychologisch, geldelijk, slecht huwelijk, verslaving etc. Wie bijzonder baat hadden met de uitspraak waren vrouwen die voor 1973 nauwelijks of geen toegang hadden tot dure abortusklinieken en anticonceptiemiddelen. Ongehuwde teenager meisjes, arm en met een lage opleiding. Precies de factoren die in correleren met latere teenager criminaliteit. Door de Roe vs. Wade werd dat cohort drastisch verkleind en daarmee daalde de criminaliteit vanaf 1990, aldus Levitt en Dubner.

Zie bijlage 2: Hoe de misdaad in New York echt onde controle gekregen werd; nieuwe inzichten 2013

Hoe wordt je een goede ouder?
Het lijdt geen twijfel uit dat een asociaal milieu met misbruik en verwaarlozing, grote invloed op een kind. Maar hoe werkt de opvoeding onder normale omstandigheden? 50% nature / 50% culture?

In 1998 verscheen het boek van Judith Harris: The nurture assumption. Daarin stelde ze dat de opvoeding door ouders minder bepalend was dan algemeen verondersteld. De invloed van de peer groep zou zeker zo groot zijn.
Persoonlijkheid en creativiteit zijn moeilijk te meten, school prestaties wel. En die toonden een fors verschil tussen zwarte en blanke kinderen in groep 8. Als redenen werden verondersteld: armoede, erfelijkheid, raciale bias in de testopzet en backlash tegen ‘acting white’.
Om dat beter in kaart te brengen entameerde de overheid eind 90er jaren de “Early childhood longitudinal study’ (ECLS) onder 20.000 kinderen tot 8 jaar en hun ouders van 1000 scholen.

Bevindingen:

  1. blacks doen het net zo goed als witte kinderen als gecorrigeerd wordt inkomen en opleiding van de ouders èn de leeftijd van de moeder bij de geboorte van het eerste kind;
  2. maar na de start op school blijven zwarte kinderen achter bij vergelijkbare blanke kinderen. Waarom? Omdat de gemiddelde zwarte school slecht is. Niet op punten als grootte van de klas, opleiding leraren, aantal computers etc. maar wel door problemen met jeugdbendes, hangjongeren bij de school, lage participatie ouders;
  3. zwarte scholen zijn voor 60% zwart, blanke scholen hebben maar 6% zwarte leerlingen: zwarte kinderen krijgen geen kans. Vandaar de “No child left behind’ wetgeving van George W. Bush uit 2002. 

In de studie is verder het verband onderzocht tussen schoolprestaties en milieu en opvoedingsfactoren.
Factoren met een hoge correlatie zijn:
-  opleiding ouders; > IQ is erfelijk
-   socio-economische status ouders; gaat op met IQ;
-  moeder +30 jaar bij eerste kind: vaak betere opleiding,     hoge motivatie moederschp, optimale startpositie ;
-  laag geboortegewicht; > drank, roken > mindere
   schoolprestaties;
-  ouders spreken Engels thuis; kinderen met taalachterstand lopen hierdooor achter maar zouden dat in de hogere klassen inhalen; veel te optistisch; veel schooluitval, hogere klassen vaak  überhaupt niet gehaald);
-   adoptie kind; vaak kwetsbare kinderen; 
-   betrokkenheid bij oudercommissie; gemotiveerde ouders
-   veel boeken thuis; vaak stimulerend milieu.

Factoren met een lage correlatie:

-  Normaal gezin; voor schoolprestaties niet significant;
-  moeder blijft thuis tussen geboorte en start crèche; 
-  deelname aan headstart; sympathiek initiatief maar op
   termijn geen effect; (specifiek USA probleem: slechtds 1 op
   de 6 kleuters naar school
;
-  veel TV kijken; geen meetbaar negatief effect
-  ouders lezen elke dag voor; (m.i. onbegrijpelijk, past toch
   juist bij zorgzame 
gezinnen?) 

Generaliserend: de eerste 8 factoren gaat over wat mensen zijn, de tweede trits wat mensen doen. Specifieke opvoedingsmethoden (tiger mothers!) doen er niet zoveel toe; als het nest maar goed is, daar komt het op aan.

Dus nurture telt niet? In een grote studie van econoom Bruce Sacerdote naar de ontwikkeling van geadopteerde kinderen bleken aanvankelijk de schoolresultaten achter te lopen in overeenstemming met de bevindingen van ECLS; ergo erfelijkheid woog zwaarder dan milieu. Maar tegen de tijd dat de geadopteerde kinderen volwassen werden ging hun performance sterk omhoog, veel meer dan de controlegroep van vergelijkbare maar niet geadopteerde kinderen. Sacerdote concludeerde dat opvoeding het verschil had gemaakt.

  

 

 

 

 

.
 In 2002 tekende George W. de No child left behind wet.

 

 

 

 
 KKK in actie  
 

 Jim Crow begon als de titel van een Negerliedje, overgenomen door zwart gemaakte minstrels, daarna bijnaam voor segragatie wetten

 

Come, listen, all you girls and boys, I'm just from Tuckahoe;

I'm going to sing a little song, My name's Jim Crow.

Chorus: Wheel about, and turn about, and do just so;
Every time I wheel about, I jump Jim Crow. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
...het geladen debat blijft doorgaan...