Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Malcolm Gladwell

Blink (Ned. Vertaling: Intuïtie)
2008 Penguin Books
277 pagina’s        (samengevat april 2009)

Malcolm Gladwell (1963)

 

Gladwell’s onderwerp is deze keer de relatie tussen enerzijds instinct, het in één oogopslag een mening vormen, liefde op het eerste gezicht, kortom intuïtief reageren en anderzijds het analytische, bedachtzame denken. Voor beide is er een geëigende tijd en plaats maar rustig nadenken, alternatieven afwegen - bezint voor u begint! - wordt hoog gewaardeerd in tegenstelling tot afgaan op eerste indrukken en rappe oordelen (snap judgments). Vaak terecht; oppervlakkige beoordelingen zijn maar al te vaak gebaseerd op vooroordelen en clichés.

Een valse kouros

 Kouros Athene
 Getty Kouros

In 1983 kreeg het J. Paul Getty Museum een ruim 2 meter hoge Kouros aangeboden. Stijl (530 BC) en documenten van herkomst leken authentiek. Geavanceerd technisch onderzoek naar de herkomst van het marmer en de ouderdom van het patina waren positief. Toch voelde een geraadpleegde conservator van het Metropolitan Museum in New York meteen dat er iets niet klopte. Zonder overigens te kunnen articuleren wat er dan niet in orde zou zijn. Ook experts uit Athene reageerden zo. Ze gingen af op hun eerste spontane indruk omdat de ervaring ze geleerd had te vertrouwen op hun ‘getrainde’ intuïtie. Maar het zou ook kunnen zijn dat onze kennis van oude griekse beeldhouwkunst tekort schiet. Hoe het ook zij, een bepaald deel van onze hersens is in staat om in urgente situaties razendsnel en met weinig informatie een ‘geheel’ te overzien, de essentie er uit halen en ons tot actie aan te zetten. Dat vermogen mobiliseerden de deskundigen bij de confrontatie met de Kouros. Op dezelfde manier kon Napoleon in één blik (coup d’oeil) een slagveld overzien en hebben topvoetballers een ‘zesde zintuig’ voor kansrijke spelsituaties.

Een beetje informatie is soms genoeg
Men liet een echtpaar discussiëren over hun nieuwe hond. Zij was blij met het beestje, hij minder. Het gesprek verliep beschaafd, de partners voelden geen stress. Na afloop werden de videotapes van het gesprek gekoppeld aan andere data: bloedruk, hartslag, transpiratie en ‘billenwiebel’. Uit de opnamen werden die fragmentjes geselecteerd die, hoe kort ze ook waren, volgens de psycholoog verraadden dat het niet goed zat met het huwelijk. Hij kon dat afleiden uit de door de gesprekspartners onbewust afgegeven signalen van afweer, kritiek, mokken maar vooral minachting. (De 4 ruiters van de Apocalyps van een huwelijk.) Uit meerjarig onderzoek bleken filmfragmenten van slechts 3 minuten betrouwbare voorspellingen op te kunnen leveren. Geen noodzaak dus voor lange interviews; een korte discussie over een relevant, emotioneel belangrijk onderwerp bevat voldoende informatie. Zo konden ook analyses van arts/patiënt gesprekken voorspellen of een arts in de toekomst een klacht over wanprestaties zou krijgen. Dat soort klachten blijkt althans in de Verenigde Staten ingegeven te worden door onhebbelijk en neerbuigend gedrag, vaker dan door medisch blunderen.

Verborgen invloeden
Als proefpersonen prentjes met bejaarden bekijken, hebben ze daarna de neiging iets langzamer te gaan lopen. Dat onbewuste effect heet priming. Aangetoond is dat in testen hoger of lager gescoord wordt als vooraf over iets positief c.q. iets negatief gesproken is. Meer al algemeen: iedereen is onbewust context gevoelig. Toch trekt Gladwell hier wel erg snel conclusies. Het patroon van priming is statistisch; het heeft een algemene gelding, voor groepen. Gemotiveerde individuen (of groepen) trekken zich er niks van aan. De studente die zich haast naar een afspraak met haar vriendje gaat niet langzaam lopen na het zien van foto’s van bejaarden. En ‘subliminal advertising’, bekend uit Madison Avenue USA, Martin Mayer’s bestseller uit 1958, bleek in de praktijk, buiten het laboratorium, niet of alleen op zeer korte termijn te werken. Dat neemt niet weg dat beslissingen vaak niet bewust gestuurd (kunnen) worden. In de liefde en andere gevoelszaken staat de ratio buiten spel; er moet vertrouwd worden op het onbewuste. Schopenhauer had dat al lang geleden door.

Warren Harding en impliciete associaties
Senator Warren Harding (1865-1923) leek een ideale presidentskandidaat: knap, rijzig, een sonore stem en grijzend haar. Hij werd door een kingmaker gepousseerd en in 1921 tot (29ste) President gekozen. Eén probleem: Harding was incompetent. Zijn speeches waren nietszeggend, zijn ambtstermijn een

Handsome Warren Harding

aaneenrijging van corruptieschandalen. Hij was gekozen omdat iedereen zijn postuur vereenzelvigde met intelligentie. Wij allen zijn geprogrammeerd om lange, knappe mannen te associëren met leiderschap. (Soms terecht: Barack Obama!) Bij Amerikaanse CEO’s zijn kloeke gestalten onwaarschijnlijk oververtegenwoordigd zonder dat de resultaten dat rechtvaardigen. In blinde associatietesten blijken we, tegen onze wil in, hardnekkige stereotypische beelden te koesteren over minderheden. Dat is een groot gevaar van eerste indrukken: ze conformeren zich aan bestaande vooroordelen. Daartegen bestaat maar één remedie: kennis en ervaring. Oefening baart kunst. Heel veel weten van kourossen betekent dat je ze sneller en beter kunt beoordelen. Veel omgaan met allochtonen betekent dat je minder gauw zult discrimineren. (HWH: of is dat te optimistisch na Rwanda en Srebrenica?)

Paralysis through analysis
Bij een oefening van het Amerikaanse leger voor een aanval in de Perzische Golf in 2002 werd de aanvallende partij ‘Blue’ uitgerust met de allerlaatste en aller-compleetste informatie technologie. Gegevens van satellieten, drones, radar, afluisterapparatuur etc. werden door krachtige computers verwerkt tot real time totaalbeelden van het slagveld. De ‘fog of war’ zou daarmee voor het eerst in de geschiedenis gelicht worden. De ‘Red’ tegenpartij had dat allemaal niet, bij een aanval zouden zij wèl in een communicatie mist komen te zitten. Toch pakte het verrassend uit. Red was agressief en inventief, improviseerde waar nodig met oude technieken uit WW2 en gaf veldcommandanten veel vrijheid van handelen binnen een afgesproken strategie. Blue daarentegen vertrouwde op zijn IT, meende precies te weten wat de vijand deed of ging doen en pleegde voortdurend overleg om alle binnenkomende data te interpreteren. Al na een paar dagen werd Blue werd vernietigend verslagen. Blue was ten onder gegaan in de zee van informatie, de besluitvorming was vertraagd, het menselijke vermogen om complexe situaties snel te overzien was veronachtzaamd.
Maar om zo snel doelgericht te kunnen handelen is discipline nodig.
Gladwell maakt de vergelijking met improvisatie toneel en basketball. Beide lijken chaotisch, maar zijn in feite alleen mogelijk met vaste spelregels, rolverdelingen en veel training. Het gaat er om op de juiste manier in te spelen op omstandigheden.
Bij een logisch probleem is een rationele aanpak met veel info vereist. Bij een inzicht probleem werkt de analyse juist tegen. Dan gaat het om de flits, het ‘o ja’ moment. Maar dan wel herkend door een getrainde geest. 

Product testen: consumenten en experts
Consumenten zijn prima in staat om hun eerste indrukken over een testobject te geven. Mooi, lelijk, lekker, bitter, zuur, gemakkelijk, leuk, oubollig, duidelijk etc. Wat ze niet kunnen is die indrukken beredeneren c.q. te toetsen aan een beoordelingskader. Ze vinden de ene jam lekkerder dan de andere maar weten niet waarom; daarvoor ontbreekt de kennis. Blinde smaaktesten hebben als limiet dat ze geen rekening houden met o.m. verpakking en merkimago. Consumenten weten niet wat de effecten daarvan zijn.
Op echt nieuwe (artistieke) producten wordt in de regel met onbegrip gereageerd. Gladwell herinnert aan de miskleun van New Coke, de droevige pretesten van Herman Millers uiteindelijk populaire Aeron bureaustoel en de negatieve reacties op de later immens succesvolle televisieserie All in the family. (vooral iezegrim Archie Bunker viel buiten de conventionele kaders). Experts kunnen wèl toetsen. Ze hebben een database van ervaringen opgebouwd waardoor ze kunnen vertrouwen op eerste indrukken en daarna hun mening kunnen verklaren. Over smaak valt niet te twisten, deskundigen hebben meestal gelijk! [1]

De kunst gedachten te lezen
Gelaatsuitdrukkingen zijn ongelooflijk belangrijk voor de communicatie, voor het inleven in andermans gevoelens. Deskundigen onderscheiden omstreeks 300 verschillende uitdrukkingen (bestuurd door 42 gelaatsspieren) die universeel menselijk zijn.[2] Dat zijn de signalen die worden opgepikt door ons ‘eerste indruk’ apparaat. Het klassieke model van verlies aan inlevingsvermogen (gedachten lezen, mind reading) is autisme. Kenmerk daarvan is geen begrip voor non-verbale communicatie, symbolen, intuïtie. Alleen het letterlijke wordt begrepen.

Een ander situatie waarin ons ‘eerste indruk’ vermogen het laat afweten is bij de extreme stress van een levensbedreigend gevaar. Op een donkere avond in 1999 in de Bronx schoten 4 agenten de wat later bleek ongewapende, zwarte immigrant Amadou Diallo met 41 kogels dood.[3] Racisme? Begrijpelijke vergissing? Door de duisternis, hun verwachting van misdaad, de angst bij het naderbij komen voor een arrestatie zaten ze zo vol adrenaline dat ze niet meer in staat waren Amadou in het gezicht te kijken en zijn gelaatsuitdrukking te lezen. Zijn kleinste beweging werd verkeerd geïnterpreteerd. Alles was voorbij in enkele seconden. Er was geen marge voor fouten, wat veiligheidsmensen de noodzakelijke white space noemen.

Conclusie: luisteren met je ogen blijft lastig
Gladwell beëindigt het boek met de anekdote van de vrouwelijke trombonist Abbie Conant die solliciteerde bij het Münchener Filharmonisch Orkest. Omdat ook een neef van de directeur sollici-

 Abbie Conant

teerde, vond de auditie plaats achter een scherm. Abbie won. Grote ontsteltenis toen ze achter het scherm vandaan kwam. De dirigent weigerde hardnekkig de aanstelling overtuigd als hij was dat vrouwen niet sterk genoeg waren, te kleine longen hadden etc. Zulke vooroordelen kwamen in 1980 nog veel voor. Nu nog? Luisteren met je ogen blijft bedrieglijk.
             ---------------------------- 

[1] De gustibus non disputandem is een aanvechtbare stelling. De beroemde schilder Sir Joshua Reynolds wees er in zijn ‘Discourses’ over grote kunst uit 1797 op dat: ‘great art itself is artificial in the highest degree, it presupposes in the spectator, a cultivated and prepared state of mind. It is an absurdity therefore to suppose that we are born with this taste, though we are with the seeds of it, which, by the heat of kindly influence of his genius, may be ripened in us…’ 

[2]  Een bekende vroege studie over fysionomie is van Charles le Brun (1619-1690) de nogal despotische directeur van de Académie Royale. Zie www.artlex.com/ArtLex/e/expression.html 

[3]  Zie Art Spiegelman’s omslag voor de New Yorker.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1982: New Coke flop