Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Françoise Cachin

Manet, painter of the modern life
1995 New Horizons Thames & Hudson
175 pagina’s    (Samengevat juni 2009)

 

 

Francoise Cachet;  LibraryThing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 Gustave Courbet, vrouw met witte kousen, 1861, Barnes, PA, USA

 

 

 

 

 

 

 

Prachtig geïllustreerd boekje in de serie New Horizons, vertaald uit de oorspronkelijk Franse uitgave van Gallimard. Zeer informatief met aanhangsel met originele brieven, documenten etc.                              
Wat was ook alweer het verschil tussen Manet en Monet?  Waarvoor is Manet bekend geworden? Waarom wordt hij beschouwd als Groot Schilder? Hierbij enkele gegevens.

- Edouard Manet (1832-83) werd eerder geboren dan Claude Monet (1840-1926); ezelsbrug: schilder A komt voor schilder O. 
- De well-to-do en gedistingeerde Manet wordt wel omschreven als de schilder van het moderne leven. Veel van zijn meest kenmerkende schilderijen tonen de elegante Parijse bourgeoisie, prachtige vrouwen, cafés, interieurs. Eerlijk, helder en met virtuoze lijnvoering neergezet, zonder ideologische boodschap. Geen classicisme, mythologie, historische verbeelding, genre of sociale bewogenheid. Alleen wat zijn oog zag, maar wel vanuit een rijke schilderkunstige traditie. Hij was een Realist of, zoals Zola zei, een Naturalist of actualist.

- Manet en Monet waren goed bevriend, persoonlijk en artistiek. In de jaren ’70, de gouden jaren van het Impressionisme, bezocht Manet vaak de tuin en de studioboot van Monet in Argenteuil en schilderde daar, samen met o.m. Renoir en Pissaro zonnige doeken in plein air stijl. Vandaar dat een aantal schilderijen van Manet behoren tot de Impressionistische school. Maar de jongere Monet was duidelijk de initiator en primus inter pares van het Impressionisme met zijn tintelende penseeltechniek, registraties van veranderende lichteffecten (korenschoof, kathedraal), en zijn liefde voor rivieren, de bloemen van het open veld, het gefilterde zonlicht in de bossen en de tuinen van Giverny. 

Le dejeuner, Olympia en de kritiek
In 1865 produceerde Manet twee schilderijen die hem berucht en beroemd zouden maken: Le dejeuner sur l’herbe en Olympia. 
Le dejeuner  (aanvankelijk Le Bain) is gebaseerd op een tekening van Raphael (Het oordeel van Paris) en een fameus schilderij in het Louvre van Giorgione of Titiaan: Concert champêtre. Manet vertaalde dat erfgoed naar een contemporaine Parijse scène. Een pastorale van twee studentikoze, modieus geklede heren in gezelschap van een jonge dame die, geheel naakt, de beschouwer frank en vrij en licht geamuseerd aankijkt. In de achtergrond is ook nog een tweede baadster te zien. In 1865 op de Salon des Refusés was het effect zo ongeveer wat nu een streaker in het Concertgebouw zou veroorzaken: ontzetting, tumult, verontwaardiging. Als het schilderij ge-update zou worden naar de mode van vandaag, zou het wellicht niet meer shockeren - thans kan immers alles - maar zou het als kunst geaccepteerd worden? De toenmalige critici hadden grote bezwaren: ze vonden het inhoudelijk een bizarre pastiche bedoeld om de burger te provoceren en de schildertechniek grof, ruw en een beetje vulgair. En waarom was de achtergrond niet uitgewerkt? 

Over Olympia was de kritiek nog heftiger. Geen godin maar een gewoon meisje van de straat, naakt op een niet mis te verstaan halsbandje na, de toeschouwer ongegeneerd aankijkend en in gezelschap van een negerin, een boeket en een zwarte kat, het toenmalige symbool van geiligheid. Daarbij picturaal leentjebuur spelend met de Venus van Urbino van Titiaan en de Naakte Maja van Goya. Waar haalde Manet het vandaan om zich te durven meten met zulke meesterwerken van de Italiaanse en Spaanse schilderkunst van de 16e en 17e eeuw?!  

Waarom de critici van Manet niet gek waren
In de jaarlijkse Salon waren talloze schilderijen te zien met een perfecte, gladde techniek, bijvoorbeeld de Geboorte van Venus van Alexandre Canabel. Dat waren academische doeken in de zin dat ze een politiek-maatschappelijk correcte boodschap vertolkten: religieus, historisch, mythologisch, oriëntaals, Grieks/Romeins etc.
Met een dergelijk excuus konden sensueele schilderijen toch op (hypocriete) waardering rekenen. Het was de tijd van Napoleon III toen ongeveer elke gevel opgesierd werd met een aantrekkelijke allegorische nimf. Men meende oprecht dat kunst iets groots moest uitdrukken, een ideaal of een klassiek drama. Schilderijen die dat niet deden, denk bijvoorbeeld aan de huiselijke scènes van Chardin, stonden lager op de ladder.
Wat meespeelde is dat Frankrijk recent heel wat grote schilders had voorgebracht: Ingres, Géricault, Delacroix. Camille Corot was in 1863 nog actief met poëtische landschappen en droomachtige vrouwenfiguren. Jean François Millet schilderde sociaal bewogen doeken. En dan was er de megalomane, veelzijdige, volkse realist Gustave Courbet, qua mentaliteit ver afstaand van de verfijnde Manet, maar hem evenarend in sterke lijnvoering, solide vormen en vooral het gepassioneerd schilderen van wat het oog zag. In 1861 produceerde hij het wufte schilderij Vrouw met witte kousen, vrijwel zeker geïnspireerd op in die tijd snel populair wordende erotische foto’s van onder meer Nadar. En in 1866 volgde Courbet met een hele reeks sexy naakten waaronder het expliciete L'Origine du monde. Eerlijkheidshalve, dat schilderij hangt nu weliswaar in de Orsay maar was oorspronkelijk bedoeld voor particulier gebruik. 

Waarom de critici zich vergisten
Google je Manet dan is duidelijk dat Dejeuner sur l´herbe en Olympia echte iconen geworden zijn, zeer onderscheidend en voor het publiek klaarblijkelijk tekenend voor la vie moderne. Want dat deed Manet: hij sleurde de Renaissance en de Barok de moderne tijd in en brak met academische conventies. Maar is het kunst? Ja, als dat inhoudt het scheppen van onvergetelijke beelden. Ja, als het dwingt om op een nieuwe manier naar de wereld te kijken. En ja omdat ze zo goed de  vitaliteit en continuïteit in de (Westerse) kunst laten zien.
Daar tegenover staat een wat mij betreft wel erg letterlijk citeren van oude meesters.
Vele andere werken van Manet verdienen puur schilderkunstig misschien de voorkeur: Bar at the Folies Bergère, Bal masqué at the Opéra, Nana, The luncheon, In the conservatory, The plum, The balcony, The fifer, Het vertrek van de Folkestone boot, Argenteuil…wat een rijkdom! 

Het is overigens ironisch dat een bij uitstek kenmerkend ‘open ended’ Vie moderne schilderij – Le Dejeuner in het Städelsches Kunstinstitut in Frankfurt – niet van Manet is maar van Claude Monet: een binnenhuis gebeuren uit 1868 voor hij zich ging toeleggen op landschappen. 

 
Edouard Manet, Lunch in de studio, 1868,Neue Pinakothek, München   Claude Monet, Het ontbijt, 1868, Städel Museum, Frankfurt am Main

 

 

 

 

 

 

 

 

  Manet, Le dejeuner sur l'herbe, 1863, Orsay, Parijs 

 Giorgione of Titiaan 
Fête champêtre, 1508-09, Louvre, Parijs

 

 

 Manet, Olympia, 1863, Orsay, Parijs
 Goya, Naakte Maja, 1799-1800, Prado, Madrid
 Titiaan,Venus van Urbino, 1538, Uffizi, Florence

 

 Alexandre Canabel, De geboorte van venus, 1863, Metropolitan Museum, New York

 


 

 


 

 


 

                  

.