Gedenkboek Westerbork De geschiedenis van het kamp van de oprichting in 1939 tot de bevrijding in 1945. De tekst is goed geschreven, feitelijk, zonder franje. De foto’s, tekeningen en brieffragmenten geven een indringend beeld van de houten barakken, kou, modder, zandstormen over de hei, de hoog opgestapelde britsen. En van de illusie van normaalheid: wekelijkse cabaret uitvoeringen door getalenteerde artiesten, een schooltje, ziekenhuis, weeshuis, boerderij, sportbeoefening. De kamp was pünktlich georganiseerd; slechts enkele tientallen Duitsers voerden een ijzeren bewind over duizenden gevangenen via de Joodse Orde Diensten. Het boek laat de kracht van de bureaucratie zien: vlekkeloze lijsten van de wekelijkse transporten, precies uitgetypt per barak en op alfabet, formulieren voor adreswijzigingen, kleurige grafieken van in- en uitvoer van Joden, Kafkaeske stempels en ‘Sper’ papieren die zogenaamde uitstel boden van ‘Arbeidseinsatz’ in het Oosten. Na de Reichskristallnacht (10 november 1938) probeerden duizenden Joden naar Nederland te vluchten. De Nederlandse regering zette 600 extra grenswachten in ter ‘bescherming van het eigen volk’. Dit werd velen te bar en er werden alsnog 10.000 vluchtelingen toegelaten. Daarvoor was een centraal kamp nodig.
|
|